Trechterbekken

De waarden van het bekkeninlaatvlak zijn normaal, maar de middelste bekken- en uitlaatvlakken zijn smal en de zijkanten van het bekken neigen naar binnen als een trechter, dus ze worden trechtervormig bekken genoemd. De diameter van de ischiale wervelkolom <10 cm, de diameter van de ischiale tuberositeit <8 cm, de som van de diameter van de ischiale tuberositeit en de posterieure sagittale diameter <15 cm, de schaamhoek <90 ° en de breedte van de ischiale inkeping versmald. Over het algemeen is het vrouwelijke bekken groot en kort van vorm, de bekkenwand is glad en dun, het bot is licht, het bovenste bekken is rond of ovaal, breed voor en achter, de bekkenholte is breed en ondiep, heeft een tonvorm en de bekkenmond is breed. De schaamsymfyse is kort en laag in breedte, flexibel en heeft een grote schaambooghoek van 90-100 °. De obturator is ongeveer driehoekig en het acetabulum is klein. Het trechterbekken is een klinische manifestatie van een smal bekken. De diameter van het bekken is te kort of de vorm is abnormaal, waardoor de bekkenholte kleiner is dan de limiet van het blootgestelde deel van de foetus, wat voorkomt dat het blootgestelde deel van de foetus valt en de soepele voortgang van het arbeidsproces beïnvloedt. Het wordt stenosebekken genoemd. Het smalle bekken kan te kort zijn in één radiale lijn of te kort in meerdere radiale lijnen, of versmald in één vlak of versmald in meerdere vlakken tegelijkertijd. Wanneer een radiale lijn smal is, moet de grootte van andere radiale lijnen in hetzelfde vlak worden waargenomen en vervolgens moeten de grootte en vorm van het hele bekken uitgebreid worden geanalyseerd om een ​​juiste beoordeling te maken.

heeft dit artikel jou geholpen?

Het materiaal op deze site is bedoeld voor algemeen informatief gebruik en is niet bedoeld als medisch advies, waarschijnlijke diagnose of aanbevolen behandelingen.