Choroïdale atrofie bij degeneratieve bijziendheid

Degeneratieve bijziendheid wordt ook pathologische bijziendheid genoemd. Bijziendheid kan worden onderverdeeld in fysiologische bijziendheid of eenvoudige bijziendheid, en de dioptrie is over het algemeen niet hoger dan -6D dioptrie en de voortgang is langzaam. Het kan stabiel zijn tegen de leeftijd van 20 en de fundus-veranderingen zijn mild. Als de axiale bijziendheid groter is dan -6D dioptrie, wordt het sterk bijziendheid genoemd. De mate van bijziendheid neemt geleidelijk toe met de leeftijd en kan 20 tot 35 dioptrieën bereiken. De literatuur rapporteert tot 60 dioptrieën. Degeneratieve bijziendheid verschilt van algemene bijziende ametropie en heeft naast hoge bijziendheid ook de volgende kenmerken: ① abnormale visuele functie: visuele scherpte kan niet volledig worden gecorrigeerd, lichtgevoeligheid wordt verminderd, donkere aanpassing is slecht, gezichtsveldveranderingen en elektrofysiologische afwijkingen. ② Begeleid door een reeks complicaties: progressieve uitbreiding van de voorste en achterste as van de oogbol, vergroting van het achterste deel van de oogbol en choroïdale retinale degeneratie, inclusief retinale atrofie na optische schijfatrofie, pigmentatie, focale choroïdale atrofie, verfbarstachtige achtervlek, glasachtige degeneratie, glasachtige degeneratie Onthechting en choroïdale neovascularisatie, gevolgd door netvliesloslating, staar en glaucoom. De aangetaste ogen gaan vaak gepaard met degeneratie van de fundus en visuele beperking.

heeft dit artikel jou geholpen?

Het materiaal op deze site is bedoeld voor algemeen informatief gebruik en is niet bedoeld als medisch advies, waarschijnlijke diagnose of aanbevolen behandelingen.