Anti-SS-A (Ro) antilichaam

Het epitoop dat wordt herkend door anti-SS-A (Ro) bevindt zich op twee eiwitten (60 & keer; 103 en 52 & keer; 103) die complexen vormen met kleine RNA's hY1, hY3, hY4 en hY5 in de cel. De functie van dit ribonucleïnezuur-eiwitdeeltje is momenteel onbekend, en de auto-antilichamen in het serum van de patiënt kunnen gericht zijn tegen één, of meer gebruikelijk, tegen twee eiwitcomplexen. Vanuit het oogpunt van moleculaire biologie zijn de twee eiwitten en hun genen zeer geconserveerd en hebben ze karakteristieke duplicaties, en er is geen nauw verband tussen de twee. Daarom is de aanwezigheid van antilichamen tegen beide eiwitten niet te wijten aan kruisreactiviteit.

heeft dit artikel jou geholpen?

Het materiaal op deze site is bedoeld voor algemeen informatief gebruik en is niet bedoeld als medisch advies, waarschijnlijke diagnose of aanbevolen behandelingen.