Totaal cellen met kern van beenmerg
Onder normale omstandigheden heeft het gehele ontwikkelings- en evolutieproces van bloedcellen van primitief tot volwassen stadium een zekere regelmaat: ① Cellichaamsgrootte: naarmate de bloedcellen zich ontwikkelen en volwassen worden, verandert het cellichaam geleidelijk van groot naar klein (het tegenovergestelde van megakaryocyte). Groter. ② Kernen van grote tot kleine, volwassen rode bloedcellen hebben geen kern; karyotype verandert van rond naar onregelmatig, korrels worden uiteindelijk verdeeld en lymfocyten en plasmacellijnen veranderen weinig; chromatine verandert van fijn en los naar ruw en dicht; nucleair membraan Niet vanzelfsprekend tot vanzelfsprekend; de nucleoli gaat van niets naar niets. ③ De celmassa verandert van weinig naar meer en de lymfocyten veranderen niet significant. Wright's kleuring en Giemsa-kleuring tonen aan dat het cytoplasma verandert van donkerblauw naar lichtblauw, volwassen granulocyten en rode bloedcellen kunnen roze en lichtrood worden; korrels zijn uit het niets. ④ De verhouding tussen kern en cytoplasma is van groot tot klein. In pathologische omstandigheden kan de bovenstaande evolutie verstoord zijn.