blaasfibrose

Invoering

introductie Blaasvolume verwijst naar de hoeveelheid urine in de blaas wanneer er urinaire urgentie en urgentie is. Onder normale omstandigheden is de hoeveelheid urine die in één keer wordt geloosd de blaascapaciteit. Resturine verwijst naar de hoeveelheid resturine die na het plassen niet uit de blaas kan worden afgevoerd. Wanneer er resterende urine is, is de hoeveelheid afgegeven urine niet gelijk aan de blaascapaciteit. Op dit moment is de blaascapaciteit = de hoeveelheid urine die in één keer wordt geloosd. De normale blaas heeft een inhoud van ongeveer 400 ml. Wanneer de blaas ontstoken is, is de blaascapaciteit minder dan 200 ml. De capaciteit van de tuberculeuze blaas kan zo klein zijn als 10 ml.

Pathogeen

Oorzaak van de ziekte

Het pathologische proces van abnormale extracellulaire matrix en overmatige afzetting als gevolg van ontsteking die leidt tot necrose van parenchymcellen van organen.

Onderzoeken

inspectie

Gerelateerde inspectie

Echografie van de blaas, cystografie, urografie, cystoscopie, bloedroutine

Klinische manifestaties omvatten onderbuikpijn, nocturie en frequent urineren.

Diagnose

Differentiële diagnose

Blaashalsfibrose (ook bekend als blaashalsfibrose), meestal secundair aan inflammatoire laesies, de leeftijd van aanvang is mild, symptomen verschijnen bij 40 tot 50 jaar oud, klinische manifestaties zijn vergelijkbaar met goedaardige prostaathyperplasie, maar rectaal onderzoek of B-echografie toont prostaat Het volume is niet groot, zelfs al is het iets verhoogd, het is niet de belangrijkste oorzaak van obstructie. Na fibrose van de blaashals heeft de achterste lip vaak verschillende hoogten (ook bekend als fibrotische mediale malleolus), maar het verschilt ook van de middelste lob hyperplasie. Gladde spieren en slijmvliezen op de klieren zijn zacht. Na samentrekking van de blaashals, wordt de samentrekking van de achterste urethra en blaasdriehoek ingekort en wordt de nek samengetrokken naar de urethra om een rigide ringvormige stenose te vormen, die ook lagere urinewegobstructie kan veroorzaken, maar het rectale onderzoek is niet groot. Cystoscopie is de meest betrouwbare differentiële diagnosemethode.

Klinische manifestaties omvatten onderbuikpijn, nocturie en frequent urineren.

heeft dit artikel jou geholpen?

Het materiaal op deze site is bedoeld voor algemeen informatief gebruik en is niet bedoeld als medisch advies, waarschijnlijke diagnose of aanbevolen behandelingen.